Recent onderzoek suggereert dat de synergistische interacties tussen hoge koper- en lage foliumzuurwaarden geassocieerd zijn met een verhoogd risico op depressie, wat nieuwe mogelijkheden opent voor voedingsgerelateerde therapieën. Een studie, gepubliceerd in het tijdschrift Frontiers in Nutrition, analyseerde gegevens van de National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES), waarbij 4.847 deelnemers met verschillende antwoorden op een vragenlijst over mentale gezondheid werden onderzocht.
De resultaten toonden aan dat patiënten met zowel hogere serum koperwaarden als een tekort aan foliumzuur het hoogste risico op depressie vertoonden. De auteurs benadrukten dat dit onderzoek een veelbelovende aanvullende benadering van traditionele behandelingen biedt.
Stijgende depressiecijfers
Depressie heeft een aanzienlijke impact op het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven, en de prevalentie is sterk toegenomen: volgens onderzoek stegen de wereldwijde gevallen van 172 miljoen in 1990 naar 258 miljoen in 2017, een stijging van 49,86%. Voedingsfactoren zoals koper en foliumzuur zijn al in verband gebracht met depressie, waarbij onderzoek suggereert dat hoge koperwaarden en foliumzuurtekorten depressieve symptomen kunnen verergeren. Echter, de relatie tussen deze voedingsstoffen en depressie, vooral hun gecombineerde effecten, blijft onderbelicht.
Lage foliumzuurwaarden en depressie
De NHANES-gegevens (2011 tot 2016) van deelnemers tussen de 18 en 80 jaar werden geanalyseerd om de rol van sporenelementen te onderzoeken. De onderzoekers includeerden deelnemers met informatie over koper- en foliumzuurwaarden en een vragenlijst die depressie beoordeelt. Van de 4.847 deelnemers hadden 429 een score boven de 10, wat werd gedefinieerd als het hebben van depressieve symptomen. Bij deze deelnemers waren hogere serum koperwaarden en foliumzuurtekort geassocieerd met een verhoogd risico op depressie. De bevindingen bevestigden dat hoge koper- en lage foliumzuurwaarden onafhankelijke risicofactoren voor depressie waren, met een synergistisch effect wanneer er zowel sprake is van een tekort aan foliumzuur als hoge koperwaarden. Deze combinatie leidde tot 19% van de depressiegevallen.
Mechanismen
Verhoogde koperwaarden en foliumzuurtekort kunnen de hersenfunctie verstoren en bijdragen aan depressieve symptomen via verschillende mechanismen. Hoge koperwaarden zijn geassocieerd met verhoogde oxidatieve stress, wat neuronen kan beschadigen en de balans van neurotransmitters zoals dopamine en noradrenaline kan verstoren.
De rol van de darmmicrobiota
Ook de rol van de darmmicrobiota bij het moduleren van de beschikbaarheid en het metabolisme van zowel koper als foliumzuur is belangrijk. Sommige darmmicroben zijn betrokken bij de synthese van foliumzuur, en verstoringen in de samenstelling van de darmmicrobiota kunnen het foliumzuurtekort verergeren, wat verder kan bijdragen aan depressie.
Deze bevindingen benadrukken de noodzaak voor een meer integratieve benadering die verschillende aspecten van de biologie van een persoon in overweging neemt, waaronder voedingsstoffen, genetische aanleg en darmgezondheid. Verdere studies kunnen leiden tot de ontwikkeling van gepersonaliseerde voedingsplannen die gericht zijn op het verbeteren van de mentale gezondheid en het verminderen van de afhankelijkheid van farmacologische behandelingen.
Referentie
Liu, M. et al. (2024). "Independent and combined effect of serum copper and folate on depression: cross-sectional data from the NHANES 2011–2016." Frontiers in Nutrition